Lichtrijden in draf op je paard - 绮罗网

Lichtrijden in draf op je paard

3 Delen:Leren om licht te rijdenLichtrijdenVeelvoorkomende problemen oplossen

Lichtrijden (ook bekend als Engels rijden) is een paardrijdtechniek die vooral gebruikt wordt bij Engels dressuur rijden, waarbij de ruiter omhoog komt uit het zadel in hetzelfde ritme als de gang van het paard. Dit weerhoudt de ruiter ervan om rond te botsen in het zadel en voorkomt het uitoefenen van druk op de rug van het paard. Het kan in eerste instantie onnatuurlijk aanvoelen, maar met oefening wordt het veel gemakkelijker en uiteindelijk zelfs gemakkelijker dan doorzitten. Begin met stap 1 hieronder om te leren hoe je correct lichtrijdt.

Deel 1
Leren om licht te rijden

  1. 1
    Begrijp waarom men lichtrijdt. De belangrijkste reden om licht te rijden is om te voorkomen dat je rondbotst in het zadel tijdens een bijzonder onrustige gang – de draf. Dit maakt het veel comfortabeler voor de ruiter en is prettiger voor de rug van het paard.
    • Als je eenmaal meer ervaren bent met het lichtrijden, dan is het ook mogelijk om het ritme van het paard te veranderen door simpelweg sneller of langzamer licht te rijden.
    • Het paard zal zijn ritme aanpassen aan dat van jou, en daardoor soms het gebruik van hand- en beenhulpen overbodig maken.[1]
  2. 2
    Begrijp diagonalen. Drijf je paard naar een gelijkmatige voorwaartse draf. Nu moet je opletten op de passen van het paard – merk je hoe de draf twee maten heeft? Mooi. Dit zal je helpen om te begrijpen hoe lichtrijden werkt.
    • Tijdens een draf bewegen het linker achterbeen en rechter voorbeen (deze staan diagonaal ten opzichte van elkaar) gelijktijdig, en vice versa. Dit is waar ruiters het over hebben als ze verwijzen naar "van been verwisselen" – het gelijktijdig bewegen van het diagonale voor- en achterbeen.
    • Deze diagonalen zullen veel invloed hebben op het lichtrijden. Als het perfect uitgevoerd wordt, dan zal de ruiter omhoog komen uit haar zadel wanneer het binnenachterbeen en buitenvoorbeen naar voren bewegen, en weer zitten wanneer het buitenachterbeen en binnenvoorbeen naar voren bewegen.
    • De reden hiervoor is omdat het binnenachterbeen van het paard hem naar voren stuwt. Omhoogkomen uit het zadel wanneer dit been in beweging is, zal het paard aanmoedigen het been verder onder zich te strekken, en daardoor een effectievere pas te maken.
    • In het begin kan het moeilijk zijn om te weten op welke diagonaal je paard is. Een goed trucje is om de buitenschouder van je paard in de gaten te houden. Je zou omhoog moeten komen uit je zadel als zijn schouder naar voren beweegt, en weer terugzitten als hij naar achteren beweegt.
    • Als het moeilijk is om het moment vast te stellen, plak dan een bandage of stukje gekleurde tape op de schouder van je paard. Dit maakt het gemakkelijker om de beweging te zien.[2]
  3. 3
    Realiseer je dat lichtrijden alleen met behulp van je dijspieren gedaan wordt, niet met je benen. Als je begint met lichtrijden zul je waarschijnlijk spierpijn voelen in je benen, maar na verloop van tijd zullen je dijspieren zich meer ontwikkelen.

Deel 2
Lichtrijden

  1. 1
    Verzamel de teugels zodat je contact maakt met de mond van je paard. Trek er niet aan, gedraag je liever alsof je ellebogen losgemaakt worden van je bewegende lichaam en je de hand van je paard vasthoudt (of, liever, zijn mond).
  2. 2
    Beweeg bij het lichtrijden gelijktijdig naar voren en omhoog, en dan naar beneden en naar achteren. Terwijl je omhoog gaat, zou je bekken voorwaarts en omhoog moeten gaan, daarbij omhoogschuivend in de ruimte tussen je handen, zonder onderbrekingen. Je rug moet recht zijn, met je borst vooruit en je schouders naar achteren. Als je naar beneden gaat, zak je zachtjes in het zadel, net lang genoeg als je nodig hebt om weer omhoog te gaan. De hele beweging van het lichtrijden is erg omhoog gericht. Als je billen het zadel raken, moet dat heel licht gebeuren en direct gevolgd worden door een opwaartse beweging.
    • Ten eerste, recht op en neer zitten neemt teveel tijd en daardoor verlies je je ritme. Ten tweede, door rechtop te staan in de stijgbeugels zullen je benen onwillekeurig naar voren schieten, waardoor je uit balans valt. En ten derde, door recht omhoog te gaan zul je zwaar in het zadel landen, wat druk geeft op de paardenrug en het voornaamste doel van lichtrijden teniet doen.
    • In plaats daarvan moet je proberen meer voorwaarts en achterwaarts te bewegen terwijl je lichtrijdt. Die beweging is veel natuurlijker. Als het buitenvoorbeen van je paard naar voren gaat, beweeg dan je bekken voorwaarts richting de top van de zadelknop. Je hoeft maar een kleine 5 cm uit je zadel te rijzen – net genoeg om het zadel niet meer te raken.
    • Niet je voeten gebruiken om jezelf naar voren te stuwen – in feite komen je benen helemaal niet voor in de beweging! Wijs met je knieën naar de grond, knijp dan met je dijspieren om je bekken uit het zadel te tillen.
    • Terwijl je uit je zadel rijst, leun naar voren met een hoek van 30 graden. Dit helpt je om natuurlijker te bewegen met het paard, waardoor je hem beter laat draven. De enige uitzondering hierin is in de dressuur, waar de schouders recht blijven, in één lijn met de heupen.
    • Als de buitenschouder van het paard terug beweegt, zak je zachtjes in het zadel terug.[3]
  3. 3
    Verander van been als je van hand verandert. Wanneer je van hand verandert (met andere woorden, het veranderen van richting als je in een bak rijdt), wisselen het binnenachterbeen en het buitenvoorbeen van je paard van diagonaal, wat betekent dat jij je ritme van lichtrijden moet veranderen.
    • Om van been te veranderen, blijf je een extra pas zitten, zodat je, als je weer omhoog gaat, weer in balans beweegt met de voorwaartse beweging van het (nieuwe) binnenachterbeen en buitenvoorbeen.
    • In andere woorden, in plaats van op - neer - op - neer te doen, ga je op - neer - neer - op doen. Het klinkt ingewikkeld, maar als je het eenmaal door hebt is het gemakkelijk.
    • Je hoeft je niet druk te maken over het veranderen van been als je een tocht maakt, omdat het paard geen "binnen" of "buiten" benen heeft buiten de bak. Maar, het geeft je een goede gelegenheid om lichtrijden en het veranderen van been te oefenen, omdat je zo vaak als je wilt van been kunt veranderen.

Deel 3
Veelvoorkomende problemen oplossen

  1. 1
    Vermijd te zwaar zitten. Te zwaar zitten is een groot probleem voor ruiters die het lichtrijden moeten leren. Het geeft druk op de rug van het paard, waardoor hij zijn passen gaat verkorten en het kan hem uit balans halen.
    • Zolang je lichtrijdt door voorwaarts en achterwaarts te bewegen in plaats van recht op en neer, zou je in staat moeten zijn om een zware landing te vermijden.
    • Maar, stijfheid kan ook een probleem zijn. Dus zorg ervoor je knieën te ontspannen en probeer natuurlijk mee te bewegen met het paard.
  2. 2
    Verzeker je ervan dat je benen goed geplaatst zijn. Als je benen te ver naar voren liggen, eindig je achterover leunend en als je benen te ver naar achteren liggen, zul je naar voren leunen – geen van beiden zijn deze houdingen ideaal voor het lichtrijden.
    • Probeer je benen bij de singel te houden (het midden van het paard), dit zal ervoor zorgen dat je rug in de juiste positie blijft.
    • Probeer ook te vermijden om onwillekeurige beenbewegingen te maken (wat veel voorkomt bij het lichtrijden) omdat dit het paard tegengestelde signalen kan geven. Hij zal denken dat je hem schopt of voorwaarts drijft.
    • Deze onwillekeurige bewegingen ontstaan meestal doordat je onderbenen te ontspannen zijn, maar je knieën en je dijen te gespannen. Je kunt dit tegengaan door je bovenbenen te ontspannen en je onderbenen te spannen, terwijl je je kuiten de hele tijd licht aan blijft drukken tegen de romp van je paard.[4]
  3. 3
    Houd je ogen naar boven gericht. Veel ruiters raken zo gefocust op het afstemmen van hun bewegingen met de gang van het paard dat ze de hele tijd naar de schouders van het paard blijven staren en vergeten om op hun omgeving te letten.
    • Deze gewoonte is gemakkelijk aan te leren, maar heel moeilijk om weer af te leren. Niet alleen ben je minder bewust van wat er om je heen gebeurt, maar je zult ook geneigd zijn om je schouders naar voren te laten hangen wat effect heeft op je houding en de kwaliteit van je lichtrijden.
    • Leer deze houding af door een punt te kiezen om naar te kijken als je lichtrijdt, of het nu de top van de bomen is, of een nabijgelegen dak. Dit zal ook helpen om te leren op gevoel licht te rijden in plaats van op zicht.
  4. 4
    Houd je handen en armen stil. Veel ruiters hebben een gewoonte om met hun handen en armen op en neer te stuiteren bij het lichtrijden. Dit is niet goed, omdat het je contact met het paard verstoort en je hulpen verwarrend maakt.
    • Probeer je handen en armen stil te houden, in exact dezelfde positie, zelfs als de rest van je lichaam voorwaarts en achterwaarts beweegt.
    • Als het helpt, probeer je dan voor te stellen dat je heupen tussen je ellebogen bewegen terwijl jij omhoog komt.[4]

Tips

  • Zo nu en dan zullen paarden vertragen of versnellen als ze willen gaan stappen of galopperen. Om ze tegen te houden in stap over te gaan kun je zacht knijpen met je kuiten wanneer je naar beneden komt, en met je tong klikken; om ze ervan te weerhouden te galopperen, moet je leren het moment te herkennen waarop ze hun draf veranderen naar een galop. Als je dit eenmaal herkent, kun je ze een rukje geven met de teugels (niet te hard, niet trekken) en rechter zitten, klaar om licht te rijden. Ze zullen je verandering van houding aanvoelen en weer vertragen.
  • Je hoeft helemaal niet ver uit het zadel te komen. Gewoon ver genoeg om te voorkomen dat je botst als de rug van je paard omhoog komt. Te ver omhoog komen kan je uit balans brengen.
  • Beweeg je heupen in een opwaartse en voorwaartse richting, maar overdrijf niet. Hoe kleiner de beweging hoe beter.
  • Als je merkt dat je lichtrijdt op het verkeerde been, zit dan een extra maat door(op-neer-neer-op) om te wisselen.
  • Een veel voorkomende fout is om aan de teugels te trekken voor balans als je draaft. Paarden vinden dat niet fijn, dus verkort je teugels in plaats daarvan en laat je handen boven de manen van je paard zweven. Houd je handen rustig en stil als je lichtrijdt – laat ze niet gelijk met jou op en neer bewegen!
  • Als je problemen hebt met het leren lichtrijden op een paard, omdat hij erg zacht draaft, probeer dan te ruilen met een ander paard voor een les. Sommige paarden gooien zo hoog op dat ze je vrijwel dwingen om licht te rijden.
  • Denk eraan om te ademen! Sommige ruiters concentreren zich zo hard op correct lichtrijden dat ze vergeten om te ademen, waardoor hun lichaam gespannen wordt. Blijf regelmatig en diep ademen om je lichaam ontspannen te houden.
  • Zorg ervoor dat je je knieën niet buigt, dit zal je helpen met lichtrijden en je houding.
  • Ga niet lichtrijden op de stijgbeugels, gebruik je kuiten en onderste spieren in je dijen om je te helpen. Houd je hielen naar beneden en probeer je onderbenen helemaal niet te bewegen. Als je hier hulp bij nodig hebt, probeer dan licht te rijden zonder stijgbeugels. Goede ruiters hebben ze niet nodig!
  • Als je problemen hebt met het te ver naar voren bewegen van je benen, probeer je dan voor te stellen dat je enkel naar het spronggewricht van je paard beweegt.

Waarschuwingen

  • Te hoog of te snel lichtrijden kan je paard laten versnellen. Maar, als je paard lui is, gebruik dit dan niet om hem sneller te laten gaan. Dat zal hem alleen leren dat het goed is om lui te zijn.
  • Leer om discreet te controleren of je op "op het goede been zit" en kijk niet te lang naar beneden. Je kunt je balans gemakkelijk verliezen en het zal je ritme en de kwaliteit van de draf beïnvloeden. Daarnaast, als je wedstrijden rijdt, zal het je strafpunten opleveren als je zichtbaar naar beneden kijkt. Uiteindelijk zou je moeten kunnen voelen of je op het juiste been zit, zonder naar beneden te kijken.

Benodigdheden

  • Cap
  • Rijlaarzen
  • Paard
  • Instructeur
  • Handschoenen als je ze kunt krijgen (voorkomt dat je handen contact verliezen met je teugels – of dat je blaren krijgt – als je een beginner bent)

Bronnen

  1. http://horselistening.com/2013/05/07/why-rising-trot-is-not-rising-at-all/
  2. http://www.schoolyourhorse.com/2011/10/08/to-rise-or-not-to-rise/
  3. http://en.wikipedia.org/wiki/Trot
Toon meer… (1)