Weten wanneer een ei gekookt is
2 Methoden:Eieren op de juiste manier kokenHet testen van de eieren
Gekookte eieren vormen een prachtige aanvulling op een ontbijt of lunch, en kunnen worden gebruikt als gevulde eieren of allerlei andere snacks. Hoewel een rauw ei en een gekookt ei er precies hetzelfde uitzien, kan het lastig zijn om te weten wanneer een ei gekookt is. Als je twijfelt, dan kun je een paar eenvoudige methoden toepassen om ervoor te zorgen dat je de eieren elke keer goed kookt en snel onderscheid kunt maken tussen een rauw en een gekookt ei. Zie stap 1 voor meer informatie.
Stappen
1
Eieren op de juiste manier koken
-
1Doe de ongekookte eieren in een pan met koud water. Neem zoveel eieren als je wilt en doe ze in een pan met een zware bodem. Vul de pan voorzichtig met koud water, waarbij je ervoor zorgt om niet te veel druk te leggen op de delicate eierschalen. Gebruik genoeg water zodat de eieren een duim onder water staan. Zet de pot zonder deksel op midden-hoog vuur en breng het geheel aan de kook.
- Doe nooit rauwe eieren in kokend water. Door eerst het water aan de kook te brengen en daarna de eieren eraan toe te voegen, resulteert dit in een bijzonder ongelijkmatig kookproces, wat vaak eindigt met gebroken eierschalen, lekkende eieren en groene dooiers. Door de eieren langzaam op temperatuur te brengen worden ze gelijkmatig gaar.
-
2Doe het vuur uit zodra het water kookt. Afhankelijk van hoe je de eieren gekookt wilt hebben, kun je het ei op verschillende tijdstippen tijdens het koken uit het water halen, maar de gemakkelijkste manier om te onthouden en de meest zekere manier om eieren te koken, is echter de pan van het vuur halen, net nadat deze aan de kook is gebracht, waarna je de eieren in het water laat zitten totdat het water is afgekoeld. Op deze manier kun je er zeker van zijn dat de eieren hardgekookt en stevig zijn:
- Voeg eieren toe aan koel water en breng ze aan de kook op een matig-hoog vuur
- Haal de pan met water van het vuur zodra het kookt
- Dek de pot af met een deksel
- Laat de eieren gedurende 15 minuten afkoelen, of totdat het water koel genoeg is om er een vinger in te dopen
-
3Pas de tijd aan voor andere dooiers. Als je een zachtere gekookt ei wilt, of je wilt het ei sneller kunnen eten, dan kun je de eieren uit het kokende water halen, na een variabele hoeveelheid tijd. Als je dit wilt doen, zet het vuur dan iets lager, tot ongeveer gemiddeld, wanneer het water eenmaal kookt, en houd de klok in de gaten.
- Voor zachtgekookte eieren: haal ze na 2 minuten uit het water. Het wit van het ei zou nu grondig gekookt moeten zijn, en de eidooiers nog steeds enigszins vloeibaar. Spoel ze onmiddellijk af onder koud water om het kookproces te stoppen, anders worden ze al snel te hard.
- Voor halfgekookte eieren: haal ze na 4,5 minuten uit het water. De dooiers van halfgekookte eieren moet iets vast zijn, maar nog wel wat vochtig, meer als custard dan als een hardgekookt ei.
- Voor hardgekookte eieren: haal ze na 8 minuten uit het water. De dooiers van hardgekookte eieren zijn kruimelig en heldergeel, volledig vast, maar zonder het grijsgroen rond de dooier van te hardgekookte eieren.[1]
-
4Voeg eventueel zout of azijn toe te aan het water. Het is een veel voorkomende misvatting dat het toevoegen van zout aan water het kookpunt verhoogt en zal resulteren in een meer gelijkmatig kookproces, of het eenvoudiger maakt om het ei te pellen. Het klopt echter dat het toevoegen van zout smaak geeft aan het water, en daarmee ook de smaak van de eieren beïnvloedt (zelfs van hardgekookte eieren), maar je moet een overdreven hoeveelheid zout toevoegen (ongeveer een halve kop) om de temperatuur zelfs maar een paar graden te verhogen.[2]
- Het toevoegen van een theelepel azijn zal echter wel helpen om het wit van het ei intact te houden (voor het geval de schil stuk gaat tijdens het kookproces), zonder de smaak aanzienlijk te veranderen. Voeg eventueel een kleine hoeveelheid toe, zodat je eieren heel blijven.
-
5Laat het ei sudderen en niet te hoog koken. Groenige of grijsachtig ringen rond de dooier zijn een aanwijzing dat je het ei op een te hoge temperatuur hebt gekookt, mogelijk door ze rechtstreeks in kokend water te leggen, of door ze te lang te laten koken. Om dit te vermijden kook je de eieren niet op een hoog vuur, maar laat je ze op een klein pitje sudderen. Het water moet nog wel borrelen, maar niet zoveel dat de eieren ronddansen en rammelen in de pan.
- De groengrijze kleur komt door ijzer in de eidooier die een chemische reactie aangaat met zwavel in het eiwit, iets dat alleen bij een hoge temperatuur gebeurt. Je zult die hoge temperatuur nooit bereiken als je de eieren geleidelijk aan de kook brengt en ze op tijd van het vuur haalt.[3]
-
6Laat de eieren langzaam afkoelen als je niet meer weet hoe lang ze al koken. Als je je eieren aan kokend water hebt toegevoegd, of de tijd niet in de gaten hebt gehouden, maak je dan niet druk. Zorg ervoor dat ze minstens 5 minuten in het water hebben gelegen, waarna je het deksel op de pan doet en van het vuur haalt. Wacht 10 minuten en ze zullen elke keer gekookt zijn.
2
Het testen van de eieren
-
1Laat het ei draaien. De snelste manier om onderscheid te maken tussen een ongekookt ei en een gekookt ei, is door het zijdelings op het aanrecht te leggen en te laten draaien. Een rauw ei zal gaan wiebelen en langzaam draaien, omdat het gevuld is met vocht, terwijl een gekookt ei zeer snel en zeer gemakkelijk zal draaien.
- Probeer dit nu met een rauw ei en probeer het als een tol te laten draaien op de lange kant van de schaal. Vergelijk dit met een ei waarvan je weet dat het gaar is en je hebt een gemakkelijke, snelle test om onderscheid te kunnen maken tussen gekookte en ongekookte eieren.
-
2Houd het ei tegen het licht. Een andere gemakkelijke manier om onderscheid te maken tussen ongekookte eieren en gekookte eieren, is door deze tegen het licht te houden. De dunne schil van een rauw ei laat wat licht door, en je zult de dooier aan de binnenkant kunnen zien. Een gekookt ei is echter volledig ondoorzichtig.
- Houd een zaklamp aan de andere kant van het ei en laat het naar jou toe schijnen, waarbij je het ei tussen het licht en je ogen houdt. Verplaats het lichtjes heen en weer terwijl je zoekt naar de dooier.
-
3Dompel het ei in warm water en zoek naar belletjes. Als een ei ongekookt is, dan verschijnen er kleine luchtbelletjes langs de schaal zodra het is ondergedompeld in water. Als het ei in kokend water ligt, zal het moeilijk zijn om dit na te gaan, omdat het water zelf zal borrelen. Maar opletten of er belletjes opstijgen van het ei zelf, is een goede en snelle manier om te weten of een ei ongekookt of gekookt is.
-
4Breek de schaal open, als alle andere methoden zijn mislukt. Als je meerdere eieren kookt en je weet nog steeds niet zeker hoe je erachter kunt komen of ze klaar zijn, haal er dan één uit de pan, spoel het af onder stromend water en maak de schaal kort open om dit te controleren. Snijd het ei doormidden en bekijk de dooier. Als het ei naar wens is gegaard, haal dan de rest van de eieren uit het water. Is dat niet het geval, laat ze er dan nog een paar minuten in. Je hebt nu slechts één ei opgeofferd, maar je weet het nu in ieder geval zeker.
